5 dingen die je moet bedenken voordat je je kind een smartphone geeft

De eerste smartphone

Dit artikel is geschreven door Thomas van der Knijff, werkzaam bij Grownhub. Dit Nederlandse bedrijf heeft als doel om het aantal incidenten op het gebied van apps, (social)media en smartphones te verlagen. Zij richten zich daarbij op het geven van inzicht, kennis en controle aan ouders en verzorgers door middel van de Grownhub-app. Zodoende is Thomas veel te weten gekomen over het smartphonegebruik onder kinderen en jongeren.

De helft van de 9-jarigen heeft al een mobiel, op de leeftijd van 10 jaar is dat ruim twee derde en vanaf 11 jaar heeft nagenoeg ieder kind een eigen mobiel of smartphone. Maar wat is de beste leeftijd om je kind een eigen mobiel te geven? Uiteraard is er de sociale druk want iedereen in de klas heeft er al eentje en dan wil jouw kind er ook één. Naast de voordelen die een smartphone met zich mee brengt, zijn er ook een hoop risico’s aan verbonden zoals sexting of overmatig smartphonegebruik.

Laatst stelde ik deze vraag aan mijn eigen dochters aan de keukentafel. De oudste van 8 jaar, vond 12 een mooie leeftijd, de jongste (6 jaar) vond dat het afhangt van wie het is. Want, zo beredeneerde ze, sommige kinderen zijn nu eenmaal stom en andere lief. Daar heeft ze meteen een heel goed punt te pakken!

Bron afbeelding: Monitor Jeugd en Media 2017

Geen vaste leeftijd

Er is namelijk geen specifieke leeftijd te geven wanneer een kind “klaar” is voor een eigen telefoon. Jij kent je kind het beste, en jij zult als ouder moeten bepalen op welke leeftijd jouw kind de verantwoording aan kan én wanneer je hier zelf klaar voor bent. Toch kun je dit wel concreet maken.

De volgende 5 vragen kun je aan jezelf stellen. De antwoorden die je geeft, vertellen je of je kind klaar is voor een eigen telefoon óf waar jullie mee aan de slag kunnen gaan.

Vraag 1: Maakt mijn kind goede beslissingen?

Met stip op nummer 1. Kinderen hebben tot hun 20e verjaardag wat moeite met het inschatten van de gevolgen van hun beslissingen. Het stukje hersenen dat verantwoordelijk is voor het maken van beslissingen is dan namelijk pas “af”. Bij de een is dit wat verder dan bij de ander. Kijk eens goed naar de beslissingen die je kind maakt. Hoe impulsief ze beslissen en reageren maar ook hoe ze beredeneren. Wat ze ook aan smoesjes bedenken of beloven, dit is hun basishouding. Laat dit los op hoe ze zich gaan gedragen in appgroepjes en hoe ze met hun smartphone omgaan.

Vraag 2: Hebben jullie een vertrouwensband?

Kinderen maken fouten, daar zijn ze kind voor. Dat is maar goed ook. Wat belangrijk is, is dat jullie de juiste vertrouwensband hebben waarbij je kind als eerste naar jou toe komt voor hulp. Kun je met ze praten over gevoelige onderwerpen? Vertellen ze de waarheid? Wederzijds vertrouwen is essentieel, zeker bij het leren omgaan met (social)media, apps en smartphones.

Vraag 3: Houd mijn kind zich aan afspraken?

Het lijkt een dooddoener, maar dan wel een belangrijke. Zeker als je je kind zijn of haar eerste smartphone geeft, horen daar regels en afspraken bij. Denk dan aan de schermtijd, delen van het wachtwoord en gebruik in het verkeer of sociale gelegenheden. Hoe zit dat normaal met afspraken? Bijvoorbeeld over huiswerk, tablet, TV of huishoudelijke klusjes. Houdt je kind zich hieraan, worden de grenzen af en toe opgezocht of ben je de klassieke scheidsrechter die overal achteraan moet lopen? Pak dat beeld en je weet ongeveer wat je te wachten staat. Je kunt hiervoor een contract met je kind opstellen waarin je op een leuke manier regels opstelt.

Vraag 4: Waar heeft mijn kind de telefoon voor nodig?

Waarom denk je erover na om je kind een Androidsmartphone te geven? Gaat het om bereikbaar zijn, wil je altijd weten waar ze zijn of is het gewoon omdat iedereen er al een heeft? Dit is relevant omdat er heel snel naar een smartphone gegrepen wordt, maar als het puur gaat om bereikbaar zijn, dan kun je ook een simpel mobieltje geven. Gaat het om te beginnen met berichtjes aan familie en wennen aan de mogelijkheden van een smartphone, dan kan een Androidtablet ook een optie zijn. Maak een zorgvuldige afweging in wat nodig is, wat leuk is en welke consequenties hieraan kleven zoals een abonnement, accessoires, et cetera.

Vraag 5: Ben ik (of zijn we) er klaar voor?

De laatste vraag is misschien wel de belangrijkste; de rol van jou/jullie als opvoeder. De regels en afspraken die jullie gaan maken moeten ook nageleefd worden. Of je nou veel of weinig grenzen stelt, en hoe streng of relaxed je ook bent, zoals met veel andere zaken is consequent handelen van belang. Ook bij gescheiden partners of dergelijke situaties kan dit een lastig punt zijn, terwijl dit juist een moment is dat kinderen sneller een eigen smartphone krijgen. Welke situatie dan ook, zorg dat je van tevoren samen op één lijn zit en geef dan pas telefoon aan je kind. Het opstellen van een paar regels zoals genoemd bij punt 3 helpt daarbij. Kinderen verwachten dit overigens ook.

Als opvoeder heb je zelf natuurlijk een belangrijke voorbeeldrol. Als jij vaak met je smartphone in de weer bent, dan kun je hetzelfde gedrag van je kind verwachten en wordt het lastiger om hem daarop aan te spreken.

Controleer de antwoorden

Als het goed is, heb je na het beantwoorden van deze vragen een prima gevoel bij of je kind klaar is voor een eigen smartphone. Zo niet, dan geeft het je in ieder geval stof tot nadenken en de handvatten om samen met je kind aan de slag te gaan. We zijn benieuwd naar jullie ervaringen!